|
Duistere praktijken in Zuid-Afrika
De Drie Avonturiers - deel 6
Dit boek is het zesde deel in de serie De drie avonturiers, maar het is het tweede boek dat Janwillem heeft geschreven. Zelf vindt hij dat je dit ook wel kunt merken. Net als in Kampeerders in de knel beleven de drie vrienden Koos, Johan en Willem twee avonturen, iets wat hij later nooit meer zou laten gebeuren. Eén avontuur per boek is eigenlijk wel genoeg.
Janwillem is zelf in 1979, samen met zijn zus Inie, een maand naar Zuid-Afrika geweest, waar ze logeerden bij hun oom en tante. Een vakantie om nooit te vergeten. De oom van Koos, die in het boek oom Jaap genoemd wordt, heette (hij is inmiddels overleden) in werkelijkheid oom Joop en tante Mies heet tante Miep. Janwillems oom had een bouwbedrijf. Alle ervaringen van Koos, Johan en Willem, zoals als het bezoek aan de verschillende bouwprojecten en aan de bouw van de 'kunstwerken' voor de weg in Transkei heeft Janwillem zelf ook meegemaakt. Uiteraard zijn de avonturen die de drie vrienden beleven verzonnen.
Ook de fotosafarie naar het Kruger Nationaal Park heeft Janwillem met een touringcar gemaakt. Indrukwekkend om te zien hoe leeuwen, olifanten, giraffen, impala's, buffels en nog veel meer andere dieren in het wild leven. Janwillem heeft het boek geschreven voordat de apartheid in Zuid-Afrika werd afgeschaft. In het verhaal heeft hij geprobeerd duidelijk te maken dat discriminatie tussen mensen van een verschillende huidskleur nooit goed kan zijn. Tijdens zijn reis ontdekte hij ook, dat het tussen de verschillende Zuid-Afrikaanse stammen, zoals Xhosa's en Zulu's lang niet altijd boterde. De leidinggevende functies bij het bouwbedrijf van zijn oom moesten wel aan blanken worden gegeven, omdat de verschillende stamleden geen bevelen van iemand van een andere stam aan wilden nemen.
Op zich is het vanzelfsprekend een goede zaak, dat alle mensen in Zuid-Afrika nu gelijk zijn. Aan de andere kant is het ook zo, dat er van het welvarende land, dat Janwillem in 1979 bezocht, nu weinig meer over is. Overal heerst armoede en veel Afrikaners proberen zich met criminele activiteiten in leven te houden. Aan de andere kant is het ook zo, dat die welvaart in 1979
vooral voor de blanken gold. Maar zij zorgden er wel voor, dat
er werk was voor grote groepen donker Afrikaners. Mensen, die nu
vaak geen werk hebben en ver onder het bestaansminimum leven.
|